Perry Rood stuurt me zijn boek die hij schreef over zijn ervaringen als uitsmijter. In Vlaanderen zeggen we ‘buitenwipper’. De cover is duidelijk: een kleerkast staat aan de deur van een dancing of café en heeft als opdracht orde te houden. Het boek lag wekenlang naast mijn bed en elke avond las ik een smeuïg hoofdstuk. Het gaf me een inkijk in deze wereld dat niet het mijne is. Zonder dat Perry het allicht beseft, is dit een knap staaltje van auto-etnografie en behandelt het thema die we nog meer tegenkomen: het verschil tussen de aanpak van de leefwereld en de aanpak van de systeemwereld om orde te houden. Een boekbespreking meer dan waard.

Auto-etnografie

Auto-etnografie is een nieuwe fascinerende tak aan de boom van wetenschappelijke kwalitatieve onderzoeksmethoden. Het is interessant voor iedereen die graag reflecteert over zichzelf en daar mee naar buiten wil komen. Autobiografie ken je. Je vertelt of schrijft over je eigen leven. Etnografie ken je allicht ook. Daarin beschrijf je een andere cultuur. Als je deze twee samenvoegt dan doe je auto-etnografie. Je beschrijf op een veralgemenende wijze over je eigen wereld. Neem als voorbeeld dat je burn-out bent en dat je tegelijk specifiek én veralgemenend kunt schrijven over de wereld van burn-out mensen. Je schrijft niet vanuit je lijden en je doet geen aanklacht; je beschrijft nauwkeurig je eigen patronen en die van de groep ‘burn-out mensen’. Bij voorkeur spreek je dan niet alleen over jezelf als voorbeeld van die groep, je hebt ook andere geobserveerd en geïnterviewd. Kortom, je doet aan wetenschap. Je modelleert een bepaald fenomeen, zo zouden we in NLP zeggen. De resultaten van dergelijk onderzoek zijn heel interessant voor diegene die geen kennis of voeling hebben met die wereld. Voor burn-out mensen zou dat bijvoorbeeld de HR-managers kunnen zijn. Kon je maar eens diep empathisch vertellen welk profiel burn-out mensen hebben in de werkplek, misschien zou hen dat wakker schudden. Maar nu eerst het woord aan Perry Rood.

Geen buitenwipper zo zwaar, of hij vindt zijn eigen uitsmijter
- Gaston-Dumez

De wereld van de buitenwipper/uitsmijter

Een uitsmijter deinst er niet voor terug om orde op zaken te zetten. Hij smijt mensen er letterlijk uit of laat je er niet in. De uitsmijter wordt betaald door de cafébaas. Hij is een baan binnen de leefwereld: hoe de zaken direct, ter plekke geregeld worden. Met de harde hand als het moet, een stevige mep en de zaken zijn duidelijk. Maar Perry mag natuurlijk niet te veel slaan. Hij mag het recht niet in eigen handen nemen. Dan moet hij de politie bellen en doet dat vaak. Vervolgens lees ik: de politie is zacht, de rechter geeft geen straf en de herrieschopper gaat naar een volgende dancing zich bezatten.

Als de leefwereld doorschiet in het recht van de sterkste, dan heb je regels nodig in een samenleving. Daar waakt de democratische gedachte over. Er zijn grote valkuilen als je het recht in eigen handen neemt. Maar Perry krijgt vaak niet de steun van de systeemwereld dat hij nodig heeft. Perry zou willen dat onaanvaardbaar gedrag veel harder, consequenter aangepakt wordt. De systeemwereld faalt. Wat doet Perry? Stapt hij uit zijn baan? Blijft hij zijn baan doen, maar dan wel cynisch? Geeft hij het op om het juiste midden te vinden tussen zijn zin doen en de wet volgen?

In zijn jonge jaren is het vooral meppen dat hij graag doet. Dat past goed bij zijn fysieke energie en de patronen uit zijn kindertijd. Later wordt hij rustiger en haalt er de politie bij. Dan lees je dat hij behoorlijk kritisch is ten aanzien van de politie en het rechtssysteem. Perry is ontgoocheld. Het lijkt er even op dat het boek ook een aanklacht is. En dat is het ook: de systeemwereld faalt. Ze faalt om mensen die het goede voorhebben in de leefwereld te ondersteunen met het algemeen belang. Maar oef, Perry schrijft het als een goede auto-etnograaf. Hij blijft neutraal, hij beschrijft. Maar de boodschap is duidelijk voor wie het horen wil.

Wat Perry doorheen zijn loopbaan begint te doen, is reflecteren over zijn eigen gedrag. Hij laat zich coachen en schrijft de ontgoocheling van zijn lijf. Hij omarmt het dilemma en leert op de Plek der Moeite staan. Het is een dilemma dat typisch is voor elkeen die het niet opgeeft om het goede te doen. Het recht in eigen handen nemen en je eigen zin doen, daar zijn valkuilen aan. Het is soms een dunne koord. Maar koorddansen dat hoort bij deze beroepsrol. Een uitsmijter leeft en werkt op de grens van twee werelden. Het is innerlijk onderhandelen tussen minstens twee Ik-posities: vanuit een persoonlijk geweten handelen of de wet volgen.

Het dilemma van de corporate activisme

Wat Perry schrijft, is een les voor ons. De verhouding tussen systeemwereld en leefwereld is een thema dat gigantisch speelt in organisaties. Waar Perry leerde zichzelf te beheersen, is het in organisaties vaak omgekeerd. Vele medewerkers hebben verleerd om de kracht van hun eigen handelen in te zetten om de zaken te regelen. Ze durven niet buiten de lijntjes kleuren. Nochtans zouden ze daar voor moeten kiezen om het goede te doen in hun werk. Medewerkers hebben of hadden een rechtvaardigheidsgevoel van wat juist handelen is, maar velen zijn platgeslagen. Vaak gaat er een proces aan vooraf dat men socialisatie noemt: je doet als beginneling je best om je baas tevreden te stellen. Je volgt het systeem. Misschien ga je zelfs onbewust nieuwkomers ook socialiseren om vooral het goed te doen, regels te volgen en zo erbij te horen.

Gelukkig is het zo dat meer en meer leidinggevenden inzien dat professionals ruimte willen en moeten krijgen. De historische fase komt er nu aan dat eigenzinnigheid en activisme onderdeel wordt van professionele identiteit. De leefwereldprincipes mogen terug ingezet worden om het goede te doen. Met die principes volg je vooral je eigen goed ontwikkeld geweten. Je doet iets vanuit menselijke waarden. Je hebt daar over nagedacht en vooral: je hebt er controle op. Professionele autonomie wil niet zeggen dat je je eigen zin doet. Je kent de kaders. Activisme is vechten om het goede een plek te geven, geweldloos, gecontroleerd, wijs. Professionals moeten daarom niet alleen opgeleid worden om procedures te volgen, ze moeten opgeleid worden om ze te leren beheren en er zich toe te verhouden. Meer nog: er is persoonlijke ontwikkeling nodig binnen professionele vorming zodat medewerkers terug voeling en zelfsturing krijgen over hun buikgevoel wat juist handelen is.

De historische transitie in hoe we management doen en wat we van professionals verwachten

We zijn als beschaving op een plek beland waar het voor iedereen duidelijk wordt dat de systemen goed werken voor standaardgevallen. Elke speciale situatie, en zo zijn er steeds meer, laat het onvermogen zien van de goedbedoelde systemen. De best geplaatsten om complexe (wicked) uitdagingen aan te pakken zijn diegenen in de frontline. De politie en het rechtssysteem zouden ondersteunend moeten zijn voor uitsmijters, straatwerkers en hulpverleners. Zo ook zouden managers hun ondersteunende en faciliterende rol kunnen begrijpen. Ze zijn de logistiek, dienend ten opzichte van de medewerkers. Er is een ander soort samenwerking nodig tussen de functionarissen van de systeemwereld en de professionals die de leefwereldprincipes volgen.

Medewerkers verwachten dat de leiding en het systeem veranderen. Maar de ervaring uit horizontaliserende reorganisaties leert dat als je leiding los laat, de medewerkers zich verloren voelen. Het coachen en trainen van professionals, daar moeten we eerst mee beginnen. Geen geïsoleerde competentietraining ‘feedback geven’, ‘insights’ of ‘gespreksvoering’, maar fundamenteel transformatief leren op gang brengen. Want het gaat niet over competenties, maar over mindset en identiteit. Men kan dan vertrouwen op de goed getrainde en gecoachte professionals in hoe ze zelf de zaken regelen.

De 21e-eeuwse professional is uit ander hout gesneden dat de brave soldaat uit de 20e-eeuw. Zij, hij, hem of haar, ze durven vanuit radicale authenticiteit zich inzetten voor het goede. Bovendien zijn ze bekwaam en wijs om rekening te houden met de historische transitie. Want de systeemwereld een andere plek geven, dat gaat nog even duren. Daarom is één van de belangrijkste wicked skills van elke activist: vanuit wijsheid een verschil maken. Dat wil zeggen: het dilemma aankunnen, balanceren tussen het recht in eigen handen nemen en de regels van het algemeen belang volgen. Daar getuigt Perry van. Het is een sappig super vlot geschreven boek. Een auto-etnografisch werk over een wereld waar ik vanaf nu veel respect voor heb.

Koop zijn boek Uitsmijter.

En als je geïnteresseerd ben in de ontwikkeling die ik hier schets:

Congres Corporate Activist en boeklanering april 2023
Boek De Corporate Activist

Rudy Vandamme, Ph.D.
vandammerudy@telenet.be

Leer de tien wicked skills kennen van de 21e-eeuwse professional
fix